Duitsland in ruim zevenhonderd woorden


“Ran an die Rübe!”
Het kwam eruit, zoals bij mijn geschiedenisleraar ongeveer 55 jaar geleden, wanneer Zjuulke, zoals wij hem bijnoemden, “Ran wie Blücher” riep bij zijn ver-haal over de slag bij Waterloo en de nederlaag van Napoleon. Ingehaald door mijn geheugen dacht ik in eerste instantie ook, dat Herr Ofenau, onze stadsgids in Wittenberg, ( “Ich bin ein gebürtiger Wittenberger!”) deze kreet slaakte, maar de context kwam me te hulp. Ofenau had ons net gewezen op Vrouwe Justitia met een groot, verguld zwaard in de hand en zonder ‘Augenbinde’ , sor-ry, blinddoek, geplaatst op de loggia van het oude stadhuis aan de Markt. “Dat zit zo”, zei hij natuurlijk in rustig Hoogduits, en vertelde dat de Wittenbergers van hun hertog het recht hadden gekocht om zelf voor de zogenaamde kapitale justitie te mogen zorgen. Dat wil zeggen dat hun eigen rechters doodvonnissen mochten uitspreken en ook laten uitvoeren. De rechters deden dat als besluit van het proces vanaf het balkon en dan was het, so Ofenau, ook meteen: “Ran an die Rübe”. De plaatselijke beul werd meteen gewaarschuwd en sloeg de ter dood veroordeelde binnen een kwartiertje met een groot zwaard de kop van het lijf. Wie een beetje met de Limburgse dialecten overweg kan, weet dat een Rübe een reub is, een knolraap of een suikerbiet. Het Duits heeft nog een extra betekenis voor “Rübe” , namelijk kop, hoofd of knar. “Kop draf”, vind ik dus de beste vertaling voor de uitroep van Ofenau.
Ik heb me daar toch een partij lopen te knisperen in een heerlijk zonnetje in de enige grote straat (die Collegienstraße) van Wittenberg in Sachsen-Anhalt ach-ter Herr Ofenau aan. Van de Schlosskirche langs de markt naar de Stadtkirche, langs de Cranacher Hof van Lucas Cranach, Luthers steun en toeverlaat en me-diaman, langs het woonhuis van Philipp Melanchton, Luthers collega en beste vriend, bij dr. Faustus voorbij, en tenslotte naar het oude klooster dat Luther met Katharina von Bora betrok, nadat hij haar had geholpen met acht andere vrouwen uit een naburig nonnenklooster te vluchten. Wat een verhalen en al-les binnen loopafstand met de kleine universiteit van Wittenberg, de Leucoria, als centraal punt, omdat Martin en Philipp daar beiden doceerden. In de Stadt-kirche, in de volksmond nog steeds Sankt Marienkirche genoemd, preekte Lu-ther vaak en hoorde hij ook biecht. Als biechtvader van zijn parochianen kwam hij erachter dat er hard gelachen werd om de penitenties, de geestelijke boe-
tedoeningen die hij oplegde aan zijn biechtelingen. De mensen hielden hem een briefje voor met een aflaat, getekend door een Dominicaan die pastoor was in een nabuurdorp en die deze briefjes verkocht aan Luthers ‘schapen’ . “Wij hoeven al die Weesgegroeten en Onzevaders van jou niet meer te bidden, want we hebben een aflaat gekocht,” lachten ze hartelijk.
Luther werd zo verschrikkelijk woedend dat hij vanaf zijn preekstoel ongeveer vuur spuwde tegen de aflatenhandel en vervolgens in oktober 1517 zijn 95 stel-lingen tegen de kerkdeuren van de Slotkerk in Wittenberg spijkerde. Daarmee raakte hij de financiering van de katholieke kerk in de onderbuik en de Refor-matie was een feit. Nummer 27 (sic!) is mijn favoriete ‘These’ : Menschliche Gedanken predigen diejenigen, die sagen: “Sobald die eingeworfene Münze im Kasten klingt, fliegt die Seele aus dem Fegefeuer in den Himmel.”

HOV_reis_2018_2_2018.jpg
Ik heb de twee deuren in Wittenberg gefotografeerd die ertoe doen. De ‘Thesentür”, de deur van de stellin-gen die niet meer ori-gineel is. Op een bron-zen deur kun je geen stellingen vastnagelen.
En de deur van het klooster, waarin Luther woonde met Katharina von Bora.
We hebben in Duitsland nog veel en veel meer gezien en gehoord: in Magde-burg en in Berlijn. Teveel om hier op te sommen. En op de terugweg naar huis heeft de achterste helft van de bus lang gezongen. Daarbij is gebleken dat en-kele bassen heel mooi pompompom en lalalalala kunnen zingen, maar geen echte woorden. En datzelfde geldt voor de hogere damesstemmen. Allemaal oude meezingers, maar nauwelijks woorden. Daarom heb ik besloten een mee-zingboekje samen te stellen van oude Nederlandse, Limburgse Duitse en Franse
De werelberoemde ‘Thesentür’ van de Schlosskirche in Wittenberg.
De deur van het klooster van Martin en Katharina.
liedjes, die we op lange reizen kunnen zingen als we daar zin in hebben. Men-sen die ook Engelse songs in het bundeltje willen hebben, kunnen me een eer-ste regel mailen en dan probeer ik de rest van de tekst op te zoeken. Mail naar laur.crouzen@gmail.com. De Lutherreis was een prachtige reis.
Laur Crouzen